Op één van de eerste mooie lentedagen van maart reden we naar Woudsend voor een interview met Marieke de Boer, oprichter van de startup Sloepmakerij – Duurzame Sloepen. Inmiddels is het bedrijf omgedoopt in IMPACD Boats. We worden ontvangen in het havenkantoor van jachthaven Beaufort, waar hard gewerkt wordt aan de nieuwe sloepen én tegelijk een verbouwing gaande is.
“Het is allemaal een beetje in een stroomversnelling geraakt,” vertelt Marieke de Boer opgewekt. “Sinds begin dit jaar hebben we ook deze jachthaven aan ons bedrijf toegevoegd, en het is de bedoeling dat we hierboven gaan wonen. Maar daar waren wel wat aanpassingen nodig, dus daar zitten we nu middenin”. Die ‘we’ zijn De Boer en Jörgen de Jong, zowel zakelijk als privé de partner van De Boer. De twee komen allebei uit de levensmiddelenindustrie, waar ze elkaar tien jaar geleden ontmoet hebben. Samen hebben ze twee jonge kinderen. Al met al een drukke bedoening, waar De Boer ons enthousiast door rondleidt.
Ondernemend stel
“Wij hebben altijd veel gereisd, zowel privé als voor ons werk,” vervolgt De Boer. “Maar toen kwam corona, waardoor Jörgen vooral in Woudsend in de werkplaats werkte en ik werkte veel meer thuis, omdat ik niet meer naar het buitenland kon voor mijn werk. En zo werd het allemaal wat saaier en hadden we tijd en capaciteit over om eens na te denken over ‘wat willen we nou echt met ons leven?’. Daar kwam uit dat het ons beiden eigenlijk wel erg leuk leek om te gaan ondernemen”.
Dat die onderneming een watersportbedrijf werd, was ook al snel besloten: “Jörgen wilde bootje varen, maar er was nergens een boot te huur tijdens die eerste coronaperiode, want alles was verhuurd. Waarop Jörgen zei: ‘we hebben nu tijd en ik ben handig. We gaan gewoon zelf een bootje maken!’. Het idee was dus dat dat onze privésloep zou worden, maar dat vond ik eigenlijk een beetje zonde. Waarop ik heb geopperd om een duurzaam alternatief te maken en dat op de markt te brengen” zegt De Boer. En zo geschiedde.
Zo makkelijk als De Boer het bedacht, bleek het in de praktijk niet meteen te zijn. De Jong, met een achtergrond in de RVS- en staalbouw, en De Boer hadden al een ontwerptekening van een stalen motorsloep liggen. Die heeft als basis gediend voor het ontwerp van hun eerste duurzame sloep. “Maar alleen maar een mooie sloep maken, dat was niet voldoende vonden wij. Er zijn al zoveel goede sloepenbouwers in Nederland, het is lastig om daartussen te komen. Als we iets willen, dan moeten we écht iets anders doen”.
3D-geprinte duurzame sloepen
Zo kwamen de twee op het idee van de duurzame, 3D-geprinte sloepen. Het aspect duurzaamheid is niet alleen om te onderscheiden, maar vooral een persoonlijke wens, zo vertelt De Boer. “Ik vind het heel erg dat onze kinderen straks met een enorme afvalberg van oude boten zitten, alleen omdat wij nu plezier op het water willen hebben. Hoe tof zou het zijn als we daar een alternatief voor kunnen maken, dat ook weer helemaal hergebruikt kan worden? Met dat idee zijn we eind 2020 aan de slag gegaan”.
Vanaf daar is het snel gegaan, vervolgt De Boer: “Het begon eigenlijk wel een beetje als wild idee. We zijn dat verder gaan vormgeven en gaan uitzoeken of het eigenlijk wel mogelijk was. En of het niet al door twintig anderen werd gedaan, want we wilden ons wel onderscheiden. We kwamen in contact met bedrijven die dergelijk grote printers hadden staan, waarmee je dit formaat eventueel zou kunnen printen. Zo ontstonden ook de eerste contacten met mensen die het ook een goed idee vonden. We werden echt verrast door alle positieve reacties en daardoor is het eigenlijk veel sneller gegaan dan we hadden durven hopen.” Voor hun innovatieve idee werden ze in 2021 al beloond met de ‘Dutch Start-up of the Year-award’ bij de Boot van het Jaar-verkiezing van de HISWA te Water.
Grootformaat printers
Er werden twee bedrijven gevonden die de capaciteit zouden kunnen creëren om boten te printen. Niet alleen het 3D-printen, maar het gebruik duurzame grondstof was voor De Boer belangrijk: “Met hen zijn we om de tafel gegaan om samen het idee verder te bespreken. Technisch was het al wel mogelijk om in dit formaat te printen, maar dan wel in compartimenten en totaal andere producten, de meeste nog in de kinderschoenen. In compartimenten printen is echter zeer bewerkzaam.
De 3D-printers waarmee gewerkt wordt, zijn grootformaat printers van 12 meter lang. Met een boot van 6,80 meter zijn de printers 72 uur bezig. Omdat de technologie nog zo nieuw is, is het nog niet zover dat die printers zonder controle het eindproduct ‘uitdraaien’. “Het is nu nog niet zo dat je op een knop drukt, op vakantie gaat en dat er bij thuiskomst een boot staat,” zegt De Boer. “Maar dat is wel het proces waar we naartoe willen”. Over de stevigheid hoeft de klant zich geen zorgen te maken, zegt De Boer. “Alle boten hebben een CE-keur gekregen, dus dat zit wel goed. Ook is er op andere vlakken al veel ervaring met de techniek, er worden zelfs bruggen geprint!”
Innovatieve grondstof
Naast de zoektocht naar de juiste printers, moest ook de juiste duurzame grondstof om de sloepen mee te printen ontwikkeld worden. “We kunnen van twee soorten materiaal grondstof voor onze printers maken”, legt De Boer uit. “Dat is van de gewone PET-flessen die iedereen wel kent en van het droge plastic uit bijvoorbeeld je keukenafval.
Van beide soorten hebben we nu een boot liggen. Van dat basismateriaal maken we granulaatkorrels. Dat granulaat maken we al op de juiste kleur, vóórdat we gaan printen.Zodoende hoeven we de boot in principe niet verder na te bewerken, want dat is over het algemeen niet het meest duurzame proces. Met dit granulaat kunnen de sloepen als het ware lijntje voor lijntje opgebouwd worden. Het resultaat is een boot met een kenmerkende ‘3D-ribbel, zodat je ook kunt zien dat het een geprinte boot is. En het mooie is dat, als de boot over vele jaren ‘op’ is, dan kan het plastic geshreddered worden en met dat materiaal kan weer nieuw granulaat worden gemaakt”.
Duurzaam afbouwen
Om het duurzaamheidsprincipe zo ver mogelijk door te voeren, worden de sloepen in Nederland geprint. Maar ook voor de afbouw werkt het bedrijf bij voorkeur alleen met duurzame onderdelen, liefst van dicht bij huis. “We kijken bijvoorbeeld naar de kussensets, gebruik van antifouling en de vloeren, hoe kun je dat zo duurzaam mogelijk doen? Zo bieden we zoveel mogelijk duurzame opties aan onze klanten aan. We proberen dat zoveel mogelijk te standaardiseren, bijvoorbeeld in kleuren, want continu wisselen is ook weer minder duurzaam. Verder zijn we een strategisch partnership aangegaan met elektrische aandrijvingen van het nieuwe merk Propel, het eerste model zit bij ons in de boot. Het gaat om een technologie uit de auto-industrie die de afgelopen vier jaar is doorontwikkeld en aangepast om in de jachtbouw toe te kunnen passen. Het mooie van onze samenwerking is dat we elkaar letterlijk en figuurlijk vooruithelpen. We kijken naar de combinatie van de boot en de motor, en hoe je dat zo goed mogelijk kunt optimaliseren. Alle data van onze proefvaarten worden gebruikt om optimaal de motor in de boot te gebruiken”.
Life-cycle-assessment TU Delft
Een ander innovatief onderdeel van het proces is de samenwerking met de TU Delft. Al direct aan het begin van de ontwikkeling besloten De Boer en De Jong dat het belangrijk was dat ze niet alleen een duurzaam product zouden ontwikkelen, maar dat de klant dat ook ergens aan kon toetsen. “Tegenwoordig worden veel dingen duurzaam genoemd, maar soms is het eigenlijk alleen maar ‘greenwashing’. Ik zei daarom tegen Jörgen: als we zoiets gaan doen, vind ik dat iemand moet kunnen controleren dat het ook echt duurzaam is. Je moet daarin gewoon transparant zijn. Al vrij snel hebben we daarom ons idee aan de TU Delft voorgelegd en gevraagd of we daarin kunnen samenwerken. Ik wil niet de slager zijn die zijn eigen vlees keurt als het ware.”
Dat pakte goed uit, ze troffen aan de TU Delft een hoogleraar die het interessant idee vond. Inmiddels hebben de eerste dertien studenten al aan de zogenoemde Life-Cycle-Assessment gewerkt. De volgende vier studenten starten binnenkort. De Boer legt uit hoe het werkt: “Ik wilde per type sloep een duurzaamheidsscore hebben. De studenten van de TU Delft onderzoeken voor ons hoe duurzaam onze werkwijze nu echt is. Hiervoor gebruiken ze een objectieve methode van het RIVM die kijkt naar de impact op de menselijke gezondheid, het klimaat en gebruik van minder of betere grondstoffen. Daar komt een bepaalde score uit, die we natuurlijk continu proberen te verbeteren. We kijken daarbij niet alleen naar onze eigen werkwijze, maar bijvoorbeeld ook naar die van onze partners en proberen onze kennis ook met hen te delen om ze verder te verduurzamen. Duurzaamheid is voor ons echt de basis.”
Geeft richting
De diepgang die een dergelijke samenwerking met de TU Delft geeft was wel even wennen, voegt De Boer eraan toe: “Toen we op een gegeven moment met die groep studenten aan de slag gingen heb ik me wel eens afgevraagd: ‘waar ben ik aan begonnen?’ Want ik kreeg zo vreselijk veel vragen op me afgevuurd waar ik nog geen antwoord op had. Nu denk ik daar wel anders over, want het maakt het heel duidelijk en overzichtelijk. Namelijk; het is duurzaam of het is het niet. Dus het past bij ons concept, of niet. Dat geeft dus heel veel richting.” De kennis over het verduurzamen die De Boer nu samen met de TU Delft aan het vergaren is houdt ze overigens niet voor zichzelf. Op termijn is het de ambitie om die kennis te delen met andere bedrijven, zodat zoveel mogelijk mensen die kunnen gebruiken en zodat ook de verduurzaming in andere branches doorzet.
Ambitie
De Boer vertelde eerder al dat ze haar hele leven gewend is te werken volgens het motto ‘we gaan het gewoon doen’. En dat is bij de start van Duurzame Sloepen ook duidelijk het geval. Aan ambitie ontbreekt het in ieder geval niet: in 2022 wil het bedrijf 120 sloepen produceren. In 2024 moet dat aantal nog eens verdubbeld zijn. “We gaan eerst zorgen dat alles goed op orde is en dan opschalen naar zo’n 250 sloepen over twee jaar. En dan heb je gewoon een hartstikke mooi bedrijf, met een mooie impact. Want als je 250 alternatieve boten in de markt kunt zetten, die duurzamer zijn, dan is dat een fantastisch resultaat.”
Door de innovatieve productiemethode is het zelfs nog mogelijk om deze zomer te leveren, waar andere sloepbouwers vaak lange wachttijden hebben. Daar heeft het bedrijf, zeker gezien de populariteit van sloepen op het moment, goede kaarten in handen. Bovendien hebben veel verhuurders al interesse getoond, met name vanwege de duurzame component. Prijstechnisch is de Duurzame Sloep dan ook competitief met andere elektrische sloepen, waarbij het instapmodel zon 25.000 euro kost. “Er is veel animo onder watersportverhuurbedrijven,” zegt De Boer. “Dat is natuurlijk een heel goed teken, dat die bedrijven ook willen verduurzamen. En zo kunnen particulieren makkelijk ervaren hoe het is om met onze duurzame sloepen te varen”.